Nieuw pensioenstelsel: vakbond FBZ zet in op inkomenszekerheid en compensatie

29 mei 2023

Ben je in loondienst, dan krijg je te maken met het nieuwe pensioenstelsel. De Eerste Kamer stemt naar verwachting deze maand over de Wet toekomst pensioenen. Als de wet wordt aangenomen, zal deze per 1 juli 2023 ingaan. Om klaar te zijn voor de nieuwe wet hebben sociale partners (werkgevers en vakbonden) in de sector zorg en welzijn een aantal voorlopige besluiten genomen over de invulling van de nieuwe pensioenregeling. De sociale partners kiezen voor het solidaire contract: er blijft sprake van het collectief delen van risico’s. En voor ‘invaren’ in het nieuwe stelsel: iedereen gaat volledig over naar de nieuwe regeling en het huidige pensioenvermogen wordt verdeeld over de individuele potjes. De komende maanden wordt er verder onderhandeld. Als FVB zijn we aangesloten bij vakbond FBZ. FBZ zet in op drie punten: inkomenszekerheid, compensatie en een beleidsneutrale overgang. 

Solidariteit en inkomenszekerheid

FBZ wil geluks- en pechgeneraties voorkomen en tegelijkertijd gepensioneerden zoveel mogelijk inkomenszekerheid bieden. Dat kan door een (gemaximeerd) solidariteitsreserve in te richten. Op het moment van invaren wordt daar een deel van het vermogen ingezet. In het nieuwe stelsel bewegen de opbouw en de uitkering van pensioen mee met de economie. Dat meebewegen kan worden gedempt door de solidariteitsreserve. In economisch goede tijden wordt een deel van het overrendement in deze reserve gestort. Dan stijgt het individuele pensioenpotje of de individuele uitkering dus iets minder dan anders het geval zou zijn. Daar staat tegenover dat in slechte tijden daling van het pensioenpotje of de pensioenuitkering met het geld uit de solidariteitsreserve kan worden beperkt.

Geen groep onevenredig getroffen

FBZ vindt dat de overgang eerlijk moet zijn. Niemand mag onevenredig nadeel ondervinden van de overgang naar het nieuwe stelsel. Door de nieuwe systematiek gaan zowel jongeren als ouderen er naar verwachting uiteindelijk op vooruit. Maar er is een middengroep die mogelijk nadeel ondervindt. FBZ vindt dat die groep hiervoor moet worden gecompenseerd. Daarvoor moet een deel van het vermogen dat vrijvalt bij de overgang worden gebruikt. Ook als er geen vermogen vrijvalt, doordat de dekkingsgraad onder de 100 procent is gedaald, wil FBZ dat er wordt gecompenseerd. Niet alleen plussen, maar ook minnen moeten eerlijk worden verdeeld. Om welke groep het qua leeftijd en inkomen precies gaat, hangt nog af van de omstandigheden op het moment van overgang. PGGM moet hiervoor met nieuwe cijfers en berekeningen komen.

Beleidsneutrale overgang

Wat FBZ betreft veranderen we zo weinig mogelijk in de bestaande pensioenregeling. Sociale partners hebben dat ook al eerder afgesproken. Toch worden er soms voorstellen gedaan om de regeling inhoudelijk te wijzigen, bijvoorbeeld het verlagen van de franchise. FBZ wil deze discussies niet betrekken bij de overgang naar het nieuwe stelsel; die is zonder extra wijzigingen al ingewikkeld genoeg. Bovendien is het niet handig wanneer er teruggekomen wordt op eerder gemaakte afspraken. Er is een hoop te doen voordat we over kunnen naar het nieuwe stelsel. We moeten dus vooral vooruitkijken en niet steeds ‘terug onderhandelen’.